Prei
Prei is op smaakgebied het broertje van de ui.
Het onderste deel is het lekkerste
Wil je het lekkerste deel van de prei gebruiken, dan moet je aan de
onderkant zijn. Het enige wat je hoeft te doen, is het kontje eraf
snijden. Snijd het daarna in dunne ringen en verwerk het in een
ovenschotel, soep of pasta.
Het maakt niet uit of het hoogzomer of hartje winter is; het hele jaar door is prei verkrijgbaar. In de lente en zomer zijn de stengels dunner en lichter van kleur. Koop je in de herfst of winter deze groente, dan is hij wat dikker en donkerder. De smaak is in ieder seizoen vrijwel hetzelfde.
Het kontje van de prei geef je een tweede leven door hem in een glazen potje of glas te zetten met een laagje water. Ververs het water iedere twee dagen, anders gaat het stinken. Na een tijdje groeien de wortels en worden ze dikker. Je kunt er dan voor kiezen om het kontje in een pot te zetten met potgrond of in de tuin. Een beetje geduld en je hebt een nieuw exemplaar.
Naast dat prei een heerlijke smaakmaker is, is het ook een vitaminen-, mineralen- en vezelbom. Zo zit deze groene bladgroenten vol vitamine C, een vitamine die extra welkom is in de winter en herfst. Daarnaast bevat deze langwerpige bladgroenten veel vezels, belangrijk voor een gezonde stoelgang. Ook zorgen vezels ervoor dat je na het eten langer vol zit. Dat scheelt weer snackattacks!